“Als het 2-gradendoel er al onwaarschijnlijk uitziet gegeven het huidige beleid, 1,5°C is vrijwel onvoorstelbaar.” – Nature
Fijn zo, de landen van de wereld zijn volop bezig het klimaatakkoord van Parijs te ratificeren, waarin ze zich voornemen de opwarming van de planeet zeker tot 2°C te beperken en beter nog tot 1,5°C. Ook de Europese Unie is op tijd op de kar gesprongen.
Maar wat betekent dat engagement in de praktijk? Een redactioneel in het wetenschappelijke vakblad Nature vat precies samen hoe het er écht voor staat, in het citaat bovenaan. Parijs is een fraaie intentieverklaring, maar zonder bindende normen of de mogelijkheid om maatregelen op te leggen. Het blijft bij wat alle landen elk apart vrijwillig bereid zijn te ondernemen. En de reële maatregelen waartoe ze bereid zijn, leiden volgens wetenschappers tot een gemiddelde wereldwijde temperatuurstijging van ongeveer 3°C (ter vergelijking: 4 à 6 graden is het verschil in gemiddelde wereldwijde temperatuur tussen een ijstijd en vandaag).
De temperatuur is nu al 1,4 °C gestegen (al kan het weer wat dalen na het uitzonderlijk warme 2016), dus stellen dat we de stijging gaan beperken tot 1,5 °C is weinig meer dan dagdromen, en dat we de 2°C nog halen is ‘implausible’. Politici die overeenkomen de stijging tot 1,5 of 2 graden te beperken doen denken aan het fabeltje over koning Knoet de Grote die de zee beval zich terug te trekken.
Natuurlijk – en nu spreekt de onverbeterlijke optimist in mij – het zou kunnen dat de intentieverklaring die we nu in handen hebben, over enkele jaren mee kan helpen de beleidsmakers te overtuigen ernstige maatregelen te nemen, wanneer overduidelijk is geworden dat de kans om de doelen te halen verkeken is. Misschien wordt het dan alsnog mogelijk een bescheidener doel zoals 2,5°C te halen.