Er wordt weinig over gesproken, maar op alle klimaatvoorspellingen zit een aanzienlijke onzekerheidsmarge in opwaartse richting: het zou nog een heel stuk warmer kunnen worden dan verwacht. Een column.
Nu we net een lekker warme week achter de rug hebben – met het soort weer dat we over enkele jaren heel normaal zullen vinden – en na de opgemerkte publicatie van een studie die bevestigt dat de recente opwarming zonder voorgaande is in de voorbije tweeduizend jaar, is het misschien het moment om ook even stil te staan bij recent klimaatnieuws dat wat aan de aandacht van de media ontsnapt is. Twee korte nieuwtjes en één verontrustende trend.
Eén. De Britten gaan ophouden met de atmosferische concentratie van het broeikasgas CO2 te meten op het eiland Ascension in de Atlantische Oceaan. Wat niet meet, wat niet deert.
Twee. Amerikaanse regeringsfunctionarissen hebben een rapport van de U.S. Geological Survey gecensureerd over de te verwachten overstromingen in Californië in de tweede helft van deze eeuw. Enkele klimaatwetenschappers hebben van hogerhand het dringende verzoek gekregen voortaan nog slechts prognoses voor de komende twintig jaar te publiceren. Regeren is niet vooruitzien.
Drie. Recente, verbeterde computermodellen van het klimaat blijken een beduidend sterkere temperatuurstijging te voorspellen dan de oudere generatie modellen. De nieuwe modellen houden met méér factoren rekening of bootsen met een fijnere resolutie de atmosfeer na.
In het scenario van een verdubbeling van de CO2-concentratie van de pre-industriële waarde van 280 ppm (deeltjes per miljoen) tot 560 ppm (we zitten vandaag al rond de 415 ppm), voorzagen de oude modellen een temperatuurverhoging ergens tussen 2°C en 4,5 °C. Nu zeggen acht nieuwe modellen dat het 5 graden of méér warmer wordt.
Niemand begrijpt waaraan dat precies ligt, en dat is een beetje vervelend, omdat we volop in de aanloopfase zitten naar het volgende grote IPCC-klimaatrapport van de Verenigde Naties. De nieuwe prognoses moeten spoedig in het rapport. Wetenschappers zijn altijd al uiterst beducht geweest om alarmistisch over te komen in de IPCC-rapporten, en zijn daarom niet geneigd om al te grote temperatuurstijgingen te voorspellen.
Daarom wordt nu volop geprobeerd uit te zoeken waaróm de nieuwe modellen een hetere planeet voorspellen, en of er iets aan gedaan kan worden (aan de modellen, niet aan de planeet).
Mogelijk zal het volgende IPCC-rapport ook minder op computermodellen steunen dan het vorige, en wellicht zal in de eindconclusies niet aan alle modellen even veel belang gehecht worden. Allemaal zodat de voorspelde opwarming niet te hoog uitvalt, en de boodschap van het rapport politiek verteerbaar blijft.
Er blijft intussen natuurlijk de mogelijkheid dat de nieuwe modellen gewoon juist zouden kunnen zijn, maar over die mogelijkheid wil voorlopig niemand te hard nadenken.
Zoals alle klimaatvoorspellingen zullen ook de volgende IPCC-prognoses daarom een aanzienlijke onzekerheidsmarge in opwaartse richting hebben. Het zou met andere woorden nog een heel stuk warmer kunnen worden dan voorspeld, maar voor die mogelijkheid sluiten we liever de ogen. Iets om over na te denken terwijl we de komende week weer langzaam afkoelen.
Deze column is op 27 juli 2019 verschenen in De Tijd.
vreselijke nieuwtjes.
en ik zat er nochtans al even op te wachten. wanneer er de laatste jaren relevante metingen gedaan werden vielen de meetheren telkens op hun achterste omdat de gemeten waarden zo veel sneller evolueerden dan de modellen voorspelden. Die modellen moesten dus nieuwe parameters krijgen op basis van de nieuwe meetwaarden en logischerwijs moet de voorspelling dan ook worden bijgesteld.
ik begrijp dus niet zo goed wat er zo raadselachtig kan zijn aan deze nieuwe modeluitkomsten. het zou pas vreemd zijn moesten deze niet zijn veranderd.